Social Media Gebruik

Mijn Facebook-account is vrij recent. Na jaren de boot af te houden, heb ik toch toegegeven op aandringen van familieleden. Ik maakte (nu dik anderhalf jaar geleden) eens een opmerking over de gelijkenis tussen een neef en zijn oudste zoon, waarna de neef in kwestie nog maar eens herhaalde dat er veel foto’s van de kinderen online stonden, en dat ik ze maar eens moest bekijken op Facebook. Dus toch maar toegegeven. Sindsdien heb ik via Facebook vernieuwd contact met oud-klasgenoten en met jeugdvrienden in Spanje. Ik hoor niet bij de groeiende groep personen die Facebook gebruikt om nieuwe mensen te leren kennen (Lampe, Ellison & Steinfield: 2007), ‘friend requests’ van onbekenden negeer ik dus.

Het is makkelijk om via Facebook op de hoogte blijven van het wel en wee van familie, iets wat vroeger maar zeer sporadisch gebeurde via telefoon. Het nieuws van de verloving van een neef wordt de laatste paar dagen door de jongere generatie doorgegeven aan ouders en grootouders. Bizar genoeg is wel dat als iemand me opzoekt via Facebook, hij of zij aan de hand van de foto’s zal veronderstellen dat ik een man ergens in de vijftig ben (mijn vader), een vrouw van ongeveer dezelfde leeftijd (mijn moeder), de deur van een bar in Madrid of een berg merengue. Een nichtje heeft er namelijk niets beter op gevonden dan foto’s van mijn ouders als mij te 'taggen', aangezien mijn ouders niet aanwezig zijn op Facebook. Ik heb mijn beveiliging zo ingesteld dat vreemden geen toegang hebben tot informatie of foto’s, dus een groot probleem is het niet. Zelf verspreid ik geen foto’s via Facebook, ik geef hiervoor de voorkeur aan Picasa.

Verder gebruik ik Facebook om een uit zijn voegen gebarsten hobby te promoten. Ik volg de Sweet Nothings-pagina geen zogenaamde handleiding waardoor de pagina populair zou moeten worden (hoewel mijn thesis gaat over klantencommunicatie via Facebook). Ik post simpelweg foto’s van de taarten en cupcakes die ik maak.

Sinds Facebook niet meer voor elke melding een mailtje stuur, meld ik me regelmatiger aan. Ik controleer ook meerdere keren per dag de newsfeed die ik via Facebook krijg. Dit vooral omdat ik de berichten van De redactie en De Standaard zie verschijnen, en dit makkelijker is dan naar de sites van deze nieuwskanalen te surfen om te kijken of er ‘iets gebeurd is’. Ik behoor hiermee bij de 75% van 18 tot 31-jarigen die het nieuws online volgen (Lenhart: 2007).


Enkele dagen nadat Google+ was gelanceerd voor het grote publiek kreeg ik via een vriend een uitnodiging om een account aan te maken. Ik heb dit toen gedaan om eens te kijken waar al die drukte om was. Het heeft tot de lessen Digitale Communicatie geduurd voor ik actief iets met deze account deed, en dan nog controleer ik deze enkel om te zien of er iets interessants gepost is in verband met digitaal communiceren. Een van de onderdelen van Google+ gebruik ik al jaren, namelijk Picasa.

Op Picasa staan meerdere albums met foto’s van vakanties, bijeenkomsten en dergelijke, die ik wil doorgeven aan anderen. Ik gebruik hiervoor het liefst Picasa, dit omdat hier de mogelijkheid bestaat om een album enkel toegankelijk te maken voor personen met de directe URL. Hierdoor krijgt niet iedereen toegang tot foto’s die persoonlijk zijn. De enige albums die publiek te zien zijn, tonen gebak.

Ik controleer mijn Google+ account niet, om de simpele reden dat dit niet hoeft. Telkens ik iets opzoek via Google of mijn route uitstippel via Google Maps of een van de andere talrijke Google-toepassingen gebruik, zie ik bovenaan mijn scherm namelijk of er een melding is. 



Sinds enkele jaren heb ik een LinkedIn-account. Veel doe ik niet met deze account, al vind ik de mailings die ik de laatste tijd ontvang steeds interessanter, dan vooral die waar artikelen in gelinkt staan. Ik amuseer me soms wel met de ‘People you may know’ feature op de site, er zijn al keren geweest dat ik zo een connectie maakte met mensen die ik al een tijd niet gezien had. Behalve als ik er een e-mail van ontvang, ben ik me niet bewust van LinkedIn.




In tegenstelling tot de eerste versie van deze opdracht heb ik nu wél een Twitter-account. Twitter is, door de lengte van de tweets, een snel medium dat best gebruikt wordt in combinatie met een smartphone. Ik heb geen smartphone en heb me dus nog niet in Twitter verdiept. Dat ik nu toch een account heb, heeft te maken met de Music for Life actie van Studio Brussel. Tijdens de week van de MFL-campagne werden veel berichten via Twitter de ether ingegooid. Het is uiteraard mogelijk om ook zonder account de Twitter-feed van gebruikers te volgen, zo heb ik de Twitter-account van MPC ik een tijdje gevolgd online, al kwam dit vaak neer op een maandelijks bezoekje om te kijken of er iets gepost was. Het was echter erg omslachtig om van verschillende gebruikers de tweets te volgen, de makkelijkste oplossing was gewoon zelf een account aanmaken. Ik doe er nog niets mee, maar wie weet of ik in de toekomst ook elk bezoek aan de bakker per tweet meedeel aan de wereld (al lijkt dit me onwaarschijnlijk).




Een sociale netwerk-site die in de eerste versie van deze opdracht nog niet aanwezig was, is Blogger. Ik heb pas op 21 december 2011 deze blog aangemaakt om er mijn digitale portfolio in onder te brengen, en heb er dus maar beperkt ervaring mee. Toch heb ik me al geamuseerd door de HTML-code voor onder andere deze pagina aan te passen. Standaard kan je van een afbeelding namelijk geen link maken in Blogger, voor de SNS-iconen op deze pagina is dit toch gelukt. Verder heb ik typografie en opmaak al proberen uniformeren, wat niet evident blijkt. 



Op Myspace heb ik ooit een account aangemaakt na aandringen van een vriendin in Duitsland, we konden op die manier beter in contact blijven met elkaar. Nadat bleek dat MSN Messenger toch een geschikter middel was en Myspace vooral interessant is voor aspirant-muzikanten, heb ik mijn account op deze netwerksite dan ook verwijderd.





Bronnen

Lampe, C, Ellison, N.B. & Steinfield, C. (2007). The Benefits of Facebook “Friends:” Social Capital and College Students’ Use of Online Social Network Sites. Journal of Computer-Mediated Communication 12(4), 1143–1168.

Lenhart, A., Madden, M., Macgill, A., & Smith, A. (2007). Teens and social media. Pew Internet & American Life Project. Washington, DC: American Institutes of Research.